Verdwalen op weg naar het paradijs

De laatste tijd lijk ik steeds weer te verdwalen. Ik verdwaal in een wirwar van gedachtenstromen. Gedachtenstromen die niet willen stoppen, ook al doe ik zo mijn best om ze in rustiger vaarwater te krijgen. De gedachtenstromen gaan door mijn hoofd, terwijl de elektrische schokken door mijn lijf gaan. Dit maakt het vrijwel onmogelijk om te slapen. Ik vraag me af hoe andere mensen dit doen:  ‘gewoon’ gaan slapen. Ik vraag me af hoe ik dat zelf eigenlijk doe, die nachten dat het wel ineens lukt te vertrekken naar het paradijs. Het paradijs van de gedachtenleegte.

Ook overdag blijft die stroom maar stromen, vooral als ik even niets doe. De stromen kabbelen rustig voort als ik wél bezig ben. Ik hoef er niet per se hele einden voor te rennen. Suf achter de TV hangen, op mijn telefoon klooien, schrijven of een maaltijd bereiden volgens een recept, is ook genoeg. Ik vraag me af hoe ik die woeste wildwaterstromen wat rustiger kan krijgen. Ik vraag me af of de woeste wateren komen, doordat ik weer intensief met mijzelf aan de slag ben.

Het is niet zozeer dat ik meer uren therapie volg. Wel heb ik het schrijven aan mijn boek weer opgepakt. Het uitwerken van interviews van naasten en professionals is soms heftig, soms prachtig en alles daar tussenin. Ik lees ook veel, met name over schematherapie, dat geeft mij nog regelmatig nieuwe inzichten. In tegenstelling tot vroeger, neem ik nu de tijd om de verworven inzichten op mij te laten inwerken. Ik sta bewust stil en geef ruimte aan mijn gedachten en probeer de gevoelens die bij die gedachten horen te voelen en te plaatsten.

Ik merk het nu op als een gebeurtenis in het heden, overweldigende emoties triggert. De heftigheid van de emotie is een reactie op gebeurtenissen uit het verleden. Het triggert ‘oude pijn’. Ik probeer die emotie ruimte te geven en niet weg te drukken, zoals ik vroeger deed. Ik probeer bewust te voelen wat ik voel. Als ik zelf vind dat ik overdreven reageer, op een situatie in het nu, parkeer ik de ratio en voel ik wat ik voel. Ik heb de hoop dat ik mij hierdoor stabieler en uiteindelijk beter ga voelen. Ik heb de hoop dat ik ooit niet meer overvallen word door ‘oude pijn’, maar dat ik alleen de emotie voel die hoort bij het moment. Ik heb niet de illusie dat ik nooit meer pijn zal voelen.

Ergens streef ik wel naar een ‘neutrale’ toestand. Het lijkt me heerlijk om niet steeds die gedachtenstromen door mijn hoofd te voelen gaan. Het lijkt me heerlijk om niet steeds in gesprek te zijn met mijzelf. Het lijkt me heerlijk om niet die ellelange discussies met mezelf te hoeven voeren.

Ik besef ook dat ‘neutraal’ niet bestaat. ‘Neutraal’, is niets voelen en staat gelijk aan een depressie. Als de depressie maar diep genoeg is, valt al het gevoel weg. Wat overblijft is een eindeloze leegte. De eindeloze diepte van eenzaamheid. De continue wanhoop. Wat ontbreekt zijn dan de heftige emotionele stromingen. Het is diep, maar stabiel vaarwater. Het mist wel de lichtheid van het spelen in de golven in de zon.

Ik heb het gevoel dat ik tegenwoordig veel ‘goed’ doe en juist in deze tijden komt de reactie dan ’s nachts. Als ik overdag rustmomenten inlas om stil te staan, heb ik de hoop ’s nachts te slapen. Zeker als het me al een paar nachten gelukt is te vertrekken naar het paradijs. Toch overvallen die gedachtenstromen me dan in de nacht opeens. Ik word daar boos van. Ik vind dat ik overdag al genoeg stil heb gestaan bij alle ingewikkeldheden van de dag. Ik krijg het gevoel dat ik toch iets ‘fout’ doe, omdat ‘het’ niet werkt. Rationeel weet ik dat ik veel ‘goed’ doe. Mijn emotionele “ik” loopt gewoon een stukje achter op mijn rationele “ik” en gaat nog even door met verwerken van de indrukken van de dag.

Ik blijf dromen van het paradijs. Misschien neem ik er vanavond een kijkje. Misschien ook niet.

Dromen mag, toch?