Liv

Sinds mei is Liv in mijn leven gekomen. Ruim acht maanden heb ik op haar moeten wachten. Ze is het wachten waard. De eerste keren dat we er samen op uit trokken, waren spannend. Ik wist nog niet hoe zij zou reageren op mijn bewegingen. Geleidelijk beginnen we elkaar aan te voelen krijgen we steeds meer vertrouwen in elkaar.

Onze wereld wordt groter, we kunnen langer samen op pad. We hangen de toerist uit en gaan op avontuur. Onderweg wordt Liv bewonderd bekeken. Ze is ook prachtig! We ontdekken nieuwe plekjes en maken het vinden van pontjes op onze route een doel op zich.

Soms vinden we de rust om ergens neer te ploffen voor een koffie (mét appeltaart). Andere keren overheerst de onrust. Als die onrust aanwezig is, focus ik me op ‘het externe’. Ik wil méér kilometers maken, een hogere gemiddelde snelheid fietsen. Ik wil er bij horen, meedoen, goed genoeg zijn, me meten aan anderen om zo bevestiging te kunnen voelen dat ik er mag zijn.

Gelukkig zijn er ook momenten dat ik me kan richten op het interne. Dat ik blijheid voel, omdat ik een mooie rit gemaakt heb. Iets leuks beleefd heb onderweg of me kan houden aan mijn plan om het ‘gewoon rustig aan te doen’. Die momenten wil ik óók graag delen. Ik ben er nog niet uit of dat ook voortkomt uit de behoefte om gezien te worden. Als dát het onderliggende gevoel is, vind ik eigenlijk dat ik het delen ervan moet laten… Aan de andere kant: de blijheid van het leven delen mét iemand is leuk!

Aflopen week, was een pittige week voor me. Ik moest afscheid nemen van een dierbaar persoon. Gelukkig werd ik uitgenodigd voor de afscheidsdienst. Tijdens de dienst overviel het verdriet me. De tranen stroomden. Ik vroeg me af of ik het recht had om zó verdrietig te zijn. Of ik me niet aanstelde. Voor anderen is het verlies zoveel ingrijpender. De tranen gaven mij ook aan dat deze persoon belangrijk voor mij was.

Ik voelde me vreselijk alleen, zo in mijn eentje op de achterste rij in die grote zaal. De uitvaartbegeleider zag dat ik nog niet in staat was om op haar teken langs de kist te lopen. Ik mocht nog even blijven zitten en op een later moment invoegen om afscheid te nemen. Ik voelde me gezien en gesteund door haar actie. Tijdens de thee met cake, voelde ik me verloren tussen de mensen. Ineens kreeg ik een schouderklopje van iemand die ik slechts van gezicht kende. In de avond werd er aan mijn deur gebeld. Ik deed open en werd wéér gezien. We praatten even na over de dienst, dat deed me goed. Mijn verdriet mocht er ook zijn.

Gister trokken Liv en ik er weer op uit voor een ritje. Niet omdat ik er zin in had, maar omdat ik de dag moest vullen. We fietsten ‘rustig aan’ en gingen uitgebreid op de koffie en lunch bij een vriendin. Een kilometer of vijf voordat ik weer thuis was, gebeurde er iets waarvan ik altijd gedacht had ‘dat gaat mij niet gebeuren’! De ramp van elke ‘beginnend’ fietser. Ervaren fietsers uit mijn omgeving hadden al gezegd: “het overkomt écht iedereen”. Ik dacht: “mij niet, ik ga kapot van schaamte als mij dat gebeurt…”

Ik naderde een kruising, had oogcontact met automobilist 1. Hij stopte, ik dacht dat ik over kon steken. Hij trok toch op. Ik minderde vaart. Hij stopte, ik dacht te kunnen oversteken, maar hij reed tóch door. Ik kon niet meer op tijd uit de pedalen klikken en viel om. Op mijn zij met Liv bovenop mij. Mijn onderste voet kreeg ik uit geklikt, mijn bovenste voet niet. Ik zag geen mogelijkheid om zo op te staan. Ik schaamde me kapot. Zeker toen auto 2 stopte om te vragen of ze me konden helpen. De bestuurder stapte uit, hielp me overeind, zodat ik kon uit klikken. De bijrijder stelde me te gelijker tijd gerust. Ze zag mijn schaamte en gaf aan dat het écht niet erg was en dat ze me graag hielpen.

Natrillend van de adrenaline reed ik de laatste kilometers naar huis. Eenmaal thuisgekomen dronk ik een kopje thee voor de schrik en overdacht de situatie. Ik realiseerde me dat er gelukkig fijne mensen op de wereld zijn. Ik lag op de grond, voelde me hulpeloos, schaamde me en was nog bezig te bedenken hoe ik mezelf overeind kon krijgen.

Een volstrekt vreemde hielp me in één beweging overeind én van mijn schaamte af.

En Liv? Zij is gelukkig in orde.

Kerstcadeau

Op de dag voor kerst werd ik gebeld door een oud collega. We waren via Twitter weer in contact gekomen en probeerde al een half jaar onze spoorboekjes synchroon te laten lopen om eens koffie te drinken en bij te praten. Mijn collega meldde dat hij om 14:28 uur bij het koffietentje kon zijn. Ik raadpleegde mijn interne navigatiesysteem en meldde dat mijn fiets mij om 14:32 uur zou afzetten.

We dronken koffie en deelde met elkaar waar we de afgelopen 3 jaren mee bezig geweest waren. Ik stond in de ratelstand. Ik vertelde hem van mijn poging een eigen bedrijf te starten (bootcamp & hardlopen in kleine groepjes) naast mijn werk als accountant een jaar of 3 geleden. Ik vertelde hem hoe ik ingestort was, in de crisis belandde, in het ziekenhuis behandeld werd met ECTs en daarna weer thuis kwam, zonder dat de behandelingen effect gehad hadden.

Ik vertelde hoe ik mijn werk als accountant weer probeerde op te pakken en uiteindelijk mijn baan als accountant verloor en in de WIA kwam. Ik vertelde hem dat ik dankbaar ben dat ik de druk van het werk niet meer hoef te voelen. Dankbaar dat ik de tijd krijg te herstellen. Dankbaar dat de maatschappij er op dit moment voor zorgt dat ik mijn hypotheek nog kan betalen en niet hoef te verhuizen.

Ik vertelde hem dat ik via het volgen van de cursus Werken Met Eigen Ervaring erachter kwam dat ik het leuk vind om mijn verhaal te vertellen. Om mensen met elkaar te verbinden en te praten over de zaken die er echt toe doen. We lachten samen. Vroeger, vond ik het namelijk vreselijk om te moeten netwerken, om voor groepen mensen cursus te moeten geven, om zelf aan cursus te moeten deelnemen. Altijd maar bang om te falen, om die ene vraag te krijgen die ik niet zou kunnen beantwoorden. Altijd op scherp, altijd gespannen.

We kwamen tot de conclusie dat het verschil tussen toen en nu “de innerlijke kracht” is. De kracht van binnenuit om te spreken over wat er binnenin mij leeft. Mensen te helpen, niet met het werk als accountant, maar met het zijn als mens.

Hij vertelde mij over waar hij mee bezig is. Een mooi project. Het creëren van een community, waarbij het doen van zaken gecombineerd wordt met het zijn als mens. Ook hij verbindt mensen. Hij heeft het talent om een verbindende factor te zijn tussen de zakenwereld en de wereld daarbuiten.

De koffie was veel te snel op, de tijd was snel voorbij. De zakenwereld riep mijn collega weer. We spraken af in contact te blijven. Onze wegen scheidden zich weer. We namen afscheid als vrienden.

Op de fiets naar huis, bedacht ik me, dat ik maar door had gerateld. Ik was in de ‘stuitermodus’. Bezorgd vroeg ik hem via de app of ik niet al zijn energie had ‘gepikt’. Verrast was ik toen ik terugkreeg: “… dat is grappig ik kreeg juist energie van jou”. Ik had er nooit bij stil gestaan dat ik een bron van energie voor een ander kan zijn. Dat ik energie te geven heb.
Ik was verwonderd. Ik glom van trots.

De app ging verder: “ik vind dat je supertrots op je zelf mag zijn. Wat jij gedaan hebt, kan de gemiddelde Nederlander niet aan. Je bent een sterke ziel!”. Mijn wangen kleurde rood. Wat een ontzettend mooi compliment.
Het raakt mij dat hij het woord “ziel” gebruikte. Niet “mens”, niet “vrouw”, maar “ziel”.

Verpakt in woorden, in energie, kreeg ik de middag voor kerst, een prachtig kerstcadeau.

Home