Het was september 2018 en ik had mij net opgegeven om de van-Dam-tot-Damloop te lopen voor stichting MIND. Kort daarna, zag op Twitter een oproep voorbij komen: ‘loper gezocht voor de Socialrun’. Dat leek mij wel wat. Helaas is de Socialrun in het zelfde weekend als de van-Dam-tot-Damloop. Op dat moment besloot ik dat ik in 2019 met de Socialrun mee zou gaan doen. Als loper, verder niets: geen georganiseer, geen verantwoordelijkheid, alleen rennen.
Na het zien van de foto’s van de Socialrun op Facebook, wist
ik het zeker: ik wil meedoen! Echter ik kende nog geen mensen, zou ik wel een
team kunnen vinden? Zo ontstond het idee om ‘dan maar’ met een eigen team mee
te doen. Ik had geen idee waar ik aan begon, maar besloot het gewoon te
proberen. Vanaf dat moment werd mijn persoonlijk missie: #meedoeniswinnen.
Ik vroeg al mijn vrienden of ze mee wilde doen, ik plaatste berichtjes
op Facebook en Twitter en ik maakte me druk over de financiën. In het ergste
geval zou het me niet lukken een team rond te krijgen en dan zou ik het
inschrijfgeld kwijt zijn, ik besloot dat risico te nemen. Langzaam meldden zich
wat vrienden, er kwamen vrienden van vrienden, er kwam een deelnemer via
Twitter en zo was er op 25 november 2018 de eerste informatiebijeenkomst
met een select groepje mensen. We maakten kennis met elkaar en we maakten
plannen. Gedurende de daarop volgende maanden, trokken mensen zich terug en sloten
er (on)bekende mensen aan.
Misschien was het onmogelijke toch mogelijk.
Ik had sponsorgeld nodig, want ik wilde per se mijn teamleden niet om een verplichte eigen bijdrage vragen. Iedereen die mee wilde doen, moest mee kunnen doen. Deze instelling zorgde ervoor, dat ik mijzelf wel veel druk oplegde. De druk om het perfect te regelen voor mijn team. Ik wilde dat zij in een gespreid bedje kwamen. Ik vond dat ik alles zelf moest regelen. Ik voelde verantwoordelijkheid en druk. Er kwamen wonderen op mijn pad: Ik werd verrast door een grote donatie, ik werd verrast door een teamlid, dat zijn zakelijk netwerk aansprak en heel veel sponsorgeld binnen haalde. Een ander teamlid regelde boodschappengeld bij de appie.
Het begon erop te lijken dat het onmogelijke mogelijk werd.
De Socialrun is een mooi project om te zien welke persoonlijke
ontwikkeling ik zelf de afgelopen jaren heb doorgemaakt. Wat ik al geleerd heb
en wat ik nog moet bijleren. Elke vraag of verzoek dat ik aan een teamlid doe,
voelt verschrikkelijk. Ik heb dan het gevoel dat ik de ander enorm belast. Dat
de ander dan een negatief gevoel zal ervaren en dát wil ik tot elke prijs
voorkomen. Ik kan het bijna niet geloven als iemand aanbiedt iets te regelen,
waar ik zelf enorm veel moeite mee heb. Automatisch ga ik er dan vanuit dat die
ander die taak ook wel vervelend zal vinden.
Ik merk dat ik veel (zo niet alles…) op mij persoonlijk
betrek. Een afwijzing op een sponsorverzoek of een afwijzing op mijn uitnodiging
om in het team deel te nemen, voelt als een klap in mijn gezicht. Het terugtrekken
van mensen voelt als persoonlijk falen, het voelt als een afwijzing. Natuurlijk
is het niet persoonlijk, maar zijn het de omstandigheden die de betreffende mensen
deden besluiten zich (tijdig!) af te melden.
Het voordeel van zaken persoonlijk opvatten is dat iets
positiefs als een cadeautje voelt. Bijvoorbeeld als een nieuw teamlid zich
aanmeldt. Of als het een teamlid gelukt is een sponsorbijdrage los te krijgen.
Als ik een e-mail krijg met de inmiddels legendarische woorden: “eigenlijk
sponsoren we niet, maar we vinden je motivatie en de Socialrun zo goed, dat we
deze keer willen helpen”. Het is een cadeautje als teamleden zeggen het leuk te
vinden om de wissel- & rustplaatsen te regelen en daarvoor in een dag door
Nederland te rijden. Het is een cadeautje als een ander teamlid meldt het
helemaal niet erg te vinden om telefonisch iets te regelen. Dan voel ik me energiek
en high.
Er zijn ook momenten dat ik niet meer zie zitten. Dat ik het overzicht verlies. Dat ik bang ben dat ik de verkeerde (financiële) keuzes heb gemaakt. Dat ik niet genoeg spullen of geld voor het team heb. Dat er van alles ronddraait in mijn hoofd, maar niets een plekje vindt. Dan weet ik dat ik er voor moet gaan zitten en moet proberen op te schrijven wat er ronddraait. In een poging orde in de chaos te scheppen. Dat betekent een draaiboek uitwerken en de begroting bijwerken. Dat betekent de logistiek achter team A, B, basiskamp in schema zetten, zodat ik kan zien dat het klopt. Dat betekent investeren van tijd en energie. Energie die mij op zo’n moment ontbreekt. Dat betekent ook dat er daarna weer rust is in mijn hoofd.
Helaas kan ik niet alles vatten in een schema of draaiboek. Hoe
goed ik het ook probeer voor te bereiden en te plannen, er blijven
onzekerheden. Onzekerheden zijn er om te delen, heb ik gemerkt. Het delen van
onzekerheden kan mij opluchting geven. Een bemoedigend woord ontvangen van een
teamlid, doet wonderen. Het geeft me het gevoel dat ik niet alleen ben met mijn
onzekerheden. Dat ik mag delen dat ik ‘zwak’ ben en dat ik behoefte heb aan
bevestiging en/of steun op zo’n moment. Het is fijn om te merken dat ik er mag
blijven zijn, mét mijn onzekerheden. Ook al ervaart die ander niet dezelfde
onzekerheden. Dat geeft kracht.
Komend weekend oefent team Fit4Fun 50 km
lang met rennen, fietsen, rijden en ondersteunen. Het maken van de oefenroute
heeft een teamlid op haar genomen. Ik vind het vreselijk lastig om mij hier
niet tegen aan te bemoeien. Ik onderdruk de neiging om de route tot in detail
te gaan bestuderen. Ik geef me over aan mijn onzekerheid, maar ik geef me
vooral over aan de kundige handen van de navigators in ons team.
Teamkracht gaat mij helpen.
Het onmogelijke is mogelijk!