Niemandsland

Al een tijdje voel ik me mentaal beroerd, maar nu gaat het fysiek ook steeds slechter. Ik begon last te krijgen van het suizen van mijn bloed in mijn hoofd. Ik werd er zelfs een beetje bang van de eerste paar dagen. Ik vroeg me af wat het kon zijn. Kon het komen van het afkicken van mijn blauwe pilletjes? Had ik een te hoge bloeddruk of hartslag. Ik was bang, wat als ik nu ineens ’s nachts een hersenbloeding zou krijgen? Ik besloot die avond de knip op de voordeur er niet op te doen. Mocht ik hulp nodig hebben dan zouden ze er tenminste in kunnen…

Na weer een slapeloze nacht besloot ik mijn nieuwe psychiater te mailen dat ik me zorgen maakte over deze vreemde symptomen en mijn wanhoop toenam of we niet konden starten met nieuwe medicatie. Ik vroeg hem om een vervroegde  afspraak.

Een paar weken geleden hadden we kennis gemaakt. Ik dacht dat we het over mijn slaapproblemen gingen hebben, hij had doorgekregen dat ik informatie over autisme wilde. Gedurende de afgelopen jaren kwam de vraag “ben je niet autistisch?” steeds vaker terug. Eind vorig jaar ben ik op de wachtlijst gezet om me te laten testen. Ik moet, tot mijn verrassing, zeggen dat ik een hoop herkenning hoorde in wat hij me vertelde over autisme.

Belangrijker vond ik echter dat hij me hoop gaf. Door mijn problemen vanuit een andere kant (autisme kant) te benaderen is er mogelijk nog perspectief dat ik me ooit minder slecht ga voelen. Ook vertelde hij me dat ik nog een medicijn zou kunnen proberen, dat totaal anders werkt dan een anti-depressivum. Hij sprak de mij overbekend woorden: “ik heb er patiënten snel van zien opknappen”. Aan het einde van het gesprek vroeg ik dan ook of we niet meteen konden starten met het medicijn. Hij wilde liever eerst de uitslag van het autisme onderzoek afwachten en daarna weer een afspraak in plannen. Ik had daar wel begrip voor, hij kende mij inmiddels nog niet. Inmiddels is het autisme onderzoek voor 80% klaar, de afronding kan nog wel enkele weken op zich laten wachten, omdat de onderzoeker ziek is.

De psychiater mailde mij een week later terug dat mijn symptomen waarschijnlijk het gevolg zijn van een hoog adrenaline niveau als het gevolg van ‘overprikkeling’ door alle onzekerheid van de afgelopen maanden. Hij wil nog niet starten met de medicatie maar vond wel dat ik ‘goed’ door deze roerige periode heen moest komen. Hoe ik dat dan moest doen stond er niet bij. Ik voelde me verdrietig.

Op het wereldwijdeweb zocht ik op wat ik nu zélf kan doen om mijn adrenaline niveau te verlagen. Ik vond: ademhalingsoefeningen, wandelen en hardlopen. De wetenschap dat het ‘bloedsuizen’ geen kwaad kan helpt enigszins (de knip kan ’s nachts weer op de voordeur) het is blijft wel een rotgevoel. Dat ik geen nieuwe zelfhulpmethode vond om de adrenaline te verminderen is wel wat teleurstellend. Al probeer ik wel actiever te letten op mijn ademhaling.

Woensdag zat ik weer bij mijn huisarts om te bespreken op welke manier ik mijn slaappillen zo goed mogelijk kan gebruiken, zonder dat de werking daarvan verminderd. Een paar slapeloze nachten afwisselen met een paar nachten op een slaappil is een cru compromis. We concludeerden ook dat ik weer in dezelfde situatie zit als begin 2016. Ze vroeg me nu weer of ik het nog wel red of ik niet liever naar de crisisopvang wilde. Ik gaf aan dat ik daar alleen maar ongelukkiger was en de opvang voor mij geen toegevoegde waarde had. Ze respecteerde mijn wens, maar vond wel dat er iets moet gebeuren.

Momenteel bevind ik me in Niemandsland. Ik kan niet voor- of achteruit en wil het liefst verdwijnen. De psychiater wil nog geen medicatie voorschrijven, omdat de uitslag van het autisme onderzoek nog een paar weken op zich laat wachten. Maar een alternatief is er ook niet. Bovendien maakt het wel/niet hebben van autisme mij niet anders dan nu. Ik moet nog steeds dealen met mezelf en dat lukt me niet. De huisarts belde mijn psychiater. Helaas was die deze week afwezig, hopelijk lukt het hen volgende week te overleggen en met een beter plan (dan afwachten) te komen. Ik ben haar dankbaar voor haar proactieve strijdlustige houding. Ik kan het zelf niet meer opbrengen.

Zelf kan ik alleen teruggaan naar mijn ‘overlevingsmodus’. Ik probeer de dag van uur tot uur door te komen. Niet vooruit te kijken. Volledig in het ‘nu’ te zijn. Mijn wereld bewust zo klein mogelijk maken, zodat ik dat kan overzien. Star vasthouden aan mijn dagplanning om niet te verzuipen en genoeg energie te hebben voor de ‘moetjes’. Ik wandel braaf elke dag, ik loop om de dag hard, doe mijn ademhalingsoefeningen, eet gezond.

Ik bedacht me dat ik tijdens de crisisopvang 1000 stukjes puzzels legde om de tijd door te komen. Ik ging naar de Action en kocht een stapeltje puzzels, zette een muziekje op en begon. Eigenlijk vind ik puzzelen vreselijk. Die berg chaos voor mijn neus. Eerst al de randjes opzoeken en leggen. Dan een enorme berg stukjes uitleggen en speuren maar. Mijn lijf doet pijn van de onhandige houding aan tafel. De rand is al twee dagen af. De rest van de chaos zit nog verstopt in de doos.

Het voelt zwaar, eenzaam en egoïstisch dat overleven in Niemandsland. Ik blijf er nog even in de hoop dat mijn huisarts en psychiater mij in de loop van volgende week op weg kunnen helpen.