Ik kan het nauwelijks geloven, ik heb een marathon uitgelopen!!

Het is dag 286 (28 mei 2018) en ik zit tevreden op de bank, met mijn “Leiden Marathon 2018 T-shirt” aan en mijn medaille trots om mijn nek. Ik kijk tevreden terug op mijn marathonproces:

Het was zomer 2017 en ik voelde mij lichamelijk en geestelijk slecht. Ik lijd al ruim 20 jaar aan chronische depressie. Ik herlas het boek “De Verademing” van Koen en Bram. Deze keer zag ik in dat een verbeterde ademhaling wellicht de sleutel was om mij lichamelijk beter te voelen. Ook liep ik al enige tijd hard, maar ik miste de structuur en vooruitgang. Ik besloot een sporttest te doen bij Nico in Amsterdam. Daar kwam uit dat ik zo’n 20 keer per minuut adem haalde, terwijl een keer of 6 normaal is, conditioneel was ik in orde. Ik besloot dat ik in 2018 een marathon zou gaan lopen.

Het eerste doel was de 10 kilometer binnen de 60 minuten te lopen (ik deed er op dat moment zo’n 70 minuten over). Ik schafte het 100-dagen programma aan en plakte de kalender op mijn koelkast. Ik liep hard en ik haalde adem, soms door een rietje zittend op de bank. Dat hielp. Na ongeveer 65 dagen begon ik mij fysiek iets beter te voelen, de energiesystemen kwamen beter in balans en ik liep de 10-km na 100 dagen in 58 minuten. Nu durfde ik het aan om mijn marathon te plannen op 27 mei 2018 in Leiden.

Ik had nog wel een tussenstap nodig. Dat werd de Halve van Schoorl. Het ware zware Halve Marathontrainingen en een oude beenblessure kwam helaas weer terug. Na overleg met Nico, paste ik het programma wat aan, nam massages en deed oefeningen. Op dag 171 liep ik de halve van Schoorl, pijnvrij en in een fantastische tijd van 2 uur 5! Het leek wel of het vanzelf ging, tempo constant, hartslag keurig op niveau. De laatste 2 kilometers heb ik nog flink aangezet, anders zou ik niet eens moe over de finish gekomen zijn……

Drie dagen later, liep ik mijn eerste rondje vogels weer. Ik had geen spierpijn, de masseur was verbaasd over de goede staat van mijn benen en rug. De week erna pakte ik het trainingsprogramma voor de marathon op. Langere lopen (heerlijk!) en op een lagere hartslag (ook fijn). Ik paste het trainingsprogramma iets aan, omdat ik toch bang was voor de oude beenblessure. In plaats van 4 keer per week, ging ik om de dag hardlopen. Zo kon ik in 105 dagen het volledige trainingsprogramma afwerken.

In overleg met mijn psychiater ging ik weer medicatie slikken tegen de depressie. De zogenaamde MAO-remmers. Ik kon nergens informatie vinden of dit medicijn effect zou hebben op mijn hartslag. Dat wilde ik enorm graag weten, zodat ik daar rekening mee kon houden in mijn trainingsprogramma. Ik besloot Bram Bakker (hardlopende psychiater) te mailen om te vragen of hij wist of hier informatie over bekend is. Tot mijn verassing mailde hij mij terug, hij had ook geen verdere informatie, maar hij dacht ook niet dat het effect zou hebben op mijn hartslag. Dus ik ging het experiment aan (n=1) en begon met slikken. Ja, er waren bijwerkingen, voornamelijk een lage bloeddruk, maar het effect op hartslag leek verwaarloosbaar. Het enige waar ik bij het hardlopen last van heb, is dat het opstarten wat moeilijker gaat, vaker ‘pap-in-de-benen’, maar dit trekt meestal weg. Opgelucht dat de medicatie weinig effect leek te hebben, trainde ik verder.

Op dag 239 ging ik tijdens een training hard door mijn enkel. Ik vreesde voor mijn marathon (dag 285). Ik zat 5 dagen lang, zo veel mogelijk met mijn been omhoog, ijsde 4 tot 5 keer per dag mijn enkel (en nam yoghurtijs voor in mijn buik, herstel van binnenuit…), deed oefeningen voor mijn enkel en extra ademhalingsoefeningen. 6 dagen later, liep ik mijn eerste hardlooprondje met brace en dat ging goed. Zo goed, dat ik de week daarna, zonder brace, mijn schema weer kon oppakken.

Ik ging me realiseren dat ik de start van de marathon ging halen! Toen kwam de kwestie van ‘eten onderweg’; van gelletjes en sportdrank word ik wat misselijk, dus ik ging experimenteren met een prakje van dadels, banaan en wat zout. Daar zou ik de marathon op gaan lopen samen met een flesje bouillon voor het nodige zout. Ook hield ik rekening met een zeer warme marathondag. Ik ging hardlopen op de warmste dagen op de warmste tijden en als het wat koeler was, trok ik een extra trui aan. Zo hoopte ik mezelf goed te kunnen voorbereiden tijdens een warme marathondag. 3 weken voor de start van de marathon, moest ik mijn medicatie ophogen. In overleg met de psychiater, besloten we te wachten met ophogen tot na de marathon. Opgelucht trainde ik verder.

Dag 285 brak aan. M-day! Ik was een uurtje te vroeg in de Pieterskerk. Het was er druk, heel veel halve marathonlopers. Ik zocht een rustig hoekje en was stikzenuwachtig. Ik zat daar een tijdje en deed wat ademhalingsoefeningen, ik werd rustiger. De halve marathonlopers waren vertrokken naar de start en ik ging me eens rustig omkleden en mijn tas afgeven. Ik vertrok naar de start met nog een flesje water. De voorspellingen waren uitgekomen, het was warm! Dat betekende, vasthouden aan het plan “lopen op marathonhartslag” en het tempo daar een gevolg van laten zijn. Doel 3: de marathon binnen 4 uur 30 lopen, moest ik loslaten.

Het startschot klonk, een minuut of 7 later ging ik onder het startdoek door. Ik slikte een brok in mijn keel weg en voelde ook wat traantjes opkomen. Doel 1: het ‘heel’ aan de start van een marathon staan, was gelukt! Ik pakte mijn ‘lage marathonhartslag’ op, om die de eerste 14 kilometer niet meer los te laten. Ik moest soms wat inhouden, als ik merkte dat de hartslag omhoog ging. Mijn mantra was: “de marathon is 30 km inhouden en 12 km volhouden”; ik zat nu duidelijk in de “inhoudfase”. De tweede 14 km liet ik mijn marathonhartslag oplopen, tot ‘hoge marathonhartslag’. Dit liep wat lekkerder, ik hoefde niet zoveel meer in te houden. Ik dronk bij elke post water en mikte ook flink wat water over mijn hoofd en lijf. Ik liep onder elke douche door om koel te blijven. Ik bleef op mijn ademhaling letten, langer uitademen, dan inademen.

De derde 14 km brak aan. Ik had mijn hoofd wijs gemaakt dat het slechts een kwestie was van 3 trainingen achter elkaar lopen…. Ik mocht de marathonhartslag loslaten en op gevoel verder gaan. Ik bleef maar mensen inhalen en liep stug door. Rond km 32 begonnen mijn beide benen behoorlijk te protesteren, spierpijn! Gelukkig geen kramp, maar het tempo opvoeren lukte niet, hierdoor bleef de hartslag mooi laag. Ik concentreerde me op mijn ademhaling en stuurde in gedachten extra zuurstof naar mijn benen (alle beetjes helpen ? ).

Rond km 35 was daar ineens een vriendin van mij op de fiets. Zij kon een km of 4 meefietsen, voor zij van het parcours moest. Dat hielp. Precies de zwaarste km’s steunde zij mij. Rond km 39 voelde ik de traantjes weer opkomen. Ik ging het halen! Maar wat deden mijn benen pijn! Het mantra kwam weer terug, ik zat duidelijk in de “volhoudfase”. Het publiek werd talrijker, de aanmoedigingen klonken en daar was de finish! Doel 2: “de marathon uitlopen” was gelukt.

Ik ben tevreden met mijn eindtijd (4 uur 56), net onder de 5 uur.

Ik kan het nauwelijks geloven, ik heb echt een MARATHON uitgelopen!

Leiden 2018

Home