De gift van een gezellige middag

Het is zondagmiddag, bijna 12:00 uur en ik ben gespannen. Ik heb mijn huis (redelijk) opgeruimd voor het social-run-team dat vanmiddag komt kennismaken. Ik zelf ken 3 van de verwachte 8 mensen niet. Bijna niemand van de 8 mensen kent elkaar. Ik voel me nu al enorm verantwoordelijk voor het welzijn van de teamleden. Wat kan ik er aan doen om de middag te laten slagen. Ik heb koffie, thee, fris en wat te knabbelen. De twijfel slaat toe. Heb ik genoeg eten & drinken, is er iets bij wat iedereen lust. Hoe ga ik om met stiltes. Mag ik mij even terugtrekken in de (open) keuken om de koffie te regelen of zorg ik dat alles klaar staat op het moment suprême?

Ik besluit te delen met een vriendin dat ik het spannend vind. Ze appt dat ze me begrijpt en vraagt of ze nog iets voor mij kan doen. Ik bedenk “Nee, niet nodig”, ik heb immers eten & drinken. Dan realiseer ik me dat ik ook wat anders kan vragen. Ik kan “steun” vragen. Ik vraag haar om wat eerder te komen, zodat ik alvast in de ‘kletsmodus’ kan komen. Direct vraag ik mij dan af hoe dat dan moet. Dan ‘moet’ ik haar entertainen, terwijl de rest dan binnen komt druppelen. Ik kan me nooit met iedereen tegelijk bezig houden. Ik kan nooit zorgen dat iedereen het naar zijn zin heeft. Ik kan niet voorkomen dat iemand zich op enig moment ongemakkelijk voelt. De spanning in mijn lijf neemt toe.

De paniek slaat toe… Ik probeer mezelf te kalmeren. Het zijn allemaal volwassen mensen. Zij hebben gekozen om op mijn uitnodiging voor kennismaking in te gaan. We zijn allemaal (redelijk) sportieve mensen. Dat schept een band. Zij zijn ook zelf verantwoordelijk voor de sfeer van de middag. Ik haal een paar keer diep adem. Ik kalmeer wat. Ergens heeft mijn rationele hoofd natuurlijk gelijk. Maar diep van binnen vind ik dat ík nog steeds de verantwoordelijk ben voor het welzijn van de rest.

Ik probeer het van mij af te zetten. Ik lees een boek, luister wat muziek. Ik kijk nog eens het ‘to-do-lijstje’ van vanmiddag door. Wie wil wat doen (rennen, fietsen, chauffeuren, regelen)? Welke vragen zullen er komen? Hoe laat zal ik de koffie aanzetten? Moet ik al het lekkers al vast op een schaal doen? Moet ik een kennismakingsspelletje inbrengen? Kortom mijn hoofd loopt over. Ik zal NU moeten accepteren, dat ik niet alles perfect voor elkaar kan hebben. Want wat is perfectie eigenlijk?

Ik voel de spanning in mijn lijf toenemen. Ik krijg ‘ineens’ last van mijn schouder en nek. Ik voel de spanning in mijn buik. Ik besluit de spanning niet weg te duwen, maar te voelen dat ie er is. Dat schijnt op de lange duur beter te zijn…
Ik hou dat eventjes vol en besluit dan toch dat ik de spanning in mijn schouder echt niet fijn vind. Ik bedenk me dat ik nog een massage apparaat heb. Ik zet het apparaat op mijn schouder en laat het apparaat de spanning uit mijn schouders kneden. Dat helpt een beetje.

Het is 19:45 en ik zit bij te komen van een geslaagde middag. Gelukkig had ik de koffie niet alvast aangezet. Het bleken allen theedrinkers! Een vriendin, kwam zoals afgesproken, wat eerder. We kletste even bij, ik had haar al een tijdje niet gezien. Mijn spanning zakte iets. Rond 15:00 uur kwam de rest binnen druppelden. Iedereen kwam ongeveer tegelijk binnen. Ik had een kort gevoel van ‘help, hoe moet dat nou, hoe kan ik nu tegelijk voor iedereen zorgen?’ Al snel bleek iedereen zichzelf prima te kunnen redden. Ik ervaarde een gevoel van opluchting, mijn spanning zakte iets. Als vanzelf ontstond er een soort introductie en gaf iedereen aan wat hij/zij wilde doen. (Praten over) Sport verbindt echt! Ik heb weinig ongemakkelijke momenten ervaren.

Het viel me op, dat vrijwel iedereen de zelfde soort twijfels had. 555 km in één weekend dat lijkt een onvoorstelbare verre afstand. Iedere 2 km wisselen van loper, dat zo’n 55 uur lang. Weinig slaap. We hadden het over de lengte van de etappes. Iedere 2 km wisselen, lijkt zo kort, hoe kom je dan ooit in een ritme. De ervaring (van andere social run teams) van de afgelopen 7 edities leert dat 2 km een prettige afstand is. Ons lijkt het vooral erg kort. Gelukkig zijn we vrij de run naar eigen inzicht in te delen.

We hadden het over wat er zoal gegeten en gedronken gaat worden. Goede koffie staat bovenaan de prioriteitenlijst en een pannenkoekenbakker in het team lijkt erg fijn te zijn. Een teamlid leek het absoluut niet fijn om pannenkoeken te gaan bakken, zij stelde voor catering te regelen. Een kwartiertje later merkte ze op, dat er natuurlijk mensen zijn die het wél fijn vinden om voor veel mensen pannenkoeken te bakken. Ze merkte daarna ook op dat ze geneigd was om erg vanuit haar eigen perspectief te denken. Ik moest meteen aan een eerder blog van mij denken, waarin ik schreef hoe ik vanuit mijn perspectief naar kritiek ontvangen keek en er vanuit ging dat iedereen mijn perspectief deelde. Mooi om te ervaren hoe hetzelfde thema ook bij anderen naar voren komt.

We hadden het ook over het aangeven van grenzen. Want hoe zou het zijn als je er op enig moment tijdens de estafette doorheen zit en niet meer verder wilt? Zou je dan het team benadelen als je aangeeft niet meer verder te kunnen? Zadel je jezelf dan met een schuldgevoel op als je je grens aangeeft? We besloten gezamenlijk altijd bespreekbaar te maken dat je je eigen grens aan mag geven. We hadden ook al snel door dat het hebben van meer dan voldoende teamleden, ruimte schept om die grens aan te geven.

Nadat iedereen vertrokken was, voelde het ineens stil in huis. Ik was weer alleen. Met de overgebleven koekjes… Het ‘alleen-gevoel’ is een minder prettig gevoel. Er is dan niemand in de buurt met wie ik de ervaring kan delen. Het ‘alleen-gevoel’ kunnen ervaren is ook een soort gift.

De gift van een gezellige middag.

Home